Tips en Advies

20-11 ST Nieuwsbrief 2024-9
05-11 ST Nieuwsbrief 2024-8
31-10 ST Special Eindejaarstips 2024
25-09 ST Special Miljoenennota 2025
16-07 ST Nieuwsbrief 2024-7
13-06 ST Nieuwsbrief 2024-6
16-05 ST Nieuwsbrief 2024-5
18-04 ST Nieuwsbrief 2024-4
13-03 ST Nieuwsbrief 2024-3
22-02 ST Nieuwsbrief 2024-2
25-01 ST Nieuwsbrief 2024-1
24-01 ST Special Lonen 2024
19-12 ST Nieuwsbrief 2023-10
16-11 ST Nieuwsbrief 2023-9
25-10 ST Nieuwsbrief 2023-8
18-10 ST Special Eindejaarstips 2023
26-09 ST Special Miljoenennota 2024
13-07 ST Nieuwsbrief 2023-7
20-06 ST Nieuwsbrief 2023-6
10-05 ST Nieuwsbrief 2023-5
13-04 ST Nieuwsbrief 2023-4
16-03 ST Nieuwsbrief 2022-3
16-02 ST Nieuwsbrief 2023-2
01-02 ST Special Lonen 2023
19-01 ST Nieuwsbrief 2023-1
15-12 ST Nieuwsbrief 2022-9
22-11 ST Nieuwsbrief 2022-8
19-10 ST Special Eindejaarstips 2022
22-09 ST Special Miljoenennota 2023
14-07 ST Nieuwsbrief 2022-7
15-06 ST Nieuwsbrief 2022-6
12-05 ST Nieuwsbrief 2022-5
14-04 ST Nieuwsbrief 2022-4
16-03 ST Nieuwsbrief 2022-3
16-02 ST Nieuwsbrief 2022-2
27-01 ST Nieuwsbrief 2022-1
25-01 ST Special Lonen 2022
16-12 ST Nieuwsbrief 2021-10
24-11 ST Nieuwsbrief 2021-9
21-10 ST Nieuwsbrief 2021-8
23-09 ST Special Miljoenennota 2022
22-07 ST Nieuwsbrief 2021-7
24-06 ST Nieuwsbrief 2021-6
02-06 ST Nieuwsbrief Corona 2021-2
12-05 ST Nieuwsbrief 2021-5
14-04 ST Nieuwsbrief 2021-4
23-03 ST Nieuwsbrief 2021-3
17-02 ST Nieuwsbrief 2021-2
27-01 ST Nieuwsbrief Corona 2021-1
21-01 ST Nieuwsbrief 2021-1
13-01 ST Special Lonen 2021
17-12 ST Nieuwsbrief 2020-9
16-12 ST Nieuwsbrief Corona 2020-9
12-11 ST Nieuwsbrief 2020-8
10-11 ST Special Eindejaarstips 2020
28-10 ST Nieuwsbrief Corona 2020-8
20-10 ST Nieuwsbrief 2020-7
17-09 ST Special Miljoenennota 2021
02-09 ST Nieuwsbrief Corona 2020-7
21-07 ST Nieuwsbrief 2020-6
24-06 ST Nieuwsbrief 2020-5
03-06 ST Nieuwsbrief Corona 2020-6
26-05 ST Nieuwsbrief Corona 2020-5
14-05 ST Nieuwsbrief 2020-4
30-04 ST Nieuwsbrief Corona 2020-4
20-04 ST Nieuwsbrief Corona 2020-3
30-03 ST Nieuwsbrief Corona 2020-2
18-03 ST Nieuwsbrief Corona 2020-1
12-03 ST Nieuwsbrief 2020-3
12-02 ST Nieuwsbrief 2020-2
15-01 ST Nieuwsbrief 2020-1
09-01 ST Special Lonen 2020
12-12 ST Nieuwsbrief 2019-10
19-11 ST Nieuwsbrief 2019-9
13-11 ST Special Eindejaarstips 2019
10-10 ST Nieuwsbrief 2019-8
18-09 ST Special Miljoenennota 2020
10-07 ST Nieuwsbrief 2019-7
25-06 ST Nieuwsbrief 2019-6
16-05 ST Nieuwsbrief 2019-5
15-04 ST Nieuwsbrief 2019-4
13-03 ST Nieuwsbrief 2019-3
14-02 ST Nieuwsbrief 2019-2
16-01 ST Nieuwsbrief 2019-1
09-01 ST Special Lonen 2019
13-12 ST Nieuwsbrief 2018-9
14-11 ST Nieuwsbrief 2018-8
08-11 ST Special Eindejaarstips 2018
10-10 ST Nieuwsbrief 2018-7
19-09 ST Special Miljoenennota 2019
11-07 ST Nieuwsbrief 2018-6
14-06 ST Nieuwsbrief 2018-5
17-05 ST Nieuwsbrief 2018-4
11-04 ST Nieuwsbrief 2018 deel 3
20-03 ST Nieuwsbrief 2018 deel 2
18-01 ST Nieuwsbrief 2018 deel 1
17-01 ST Special Lonen 2018
13-12 ST Nieuwsbrief 2017 deel 10
15-11 ST Nieuwsbrief 2017 deel 9
08-11 ST Special Eindejaarstips 2017
24-10 ST Nieuwsbrief 2017 deel 8
12-10 ST Special Regeerakkoord 2017
21-09 ST Special Miljoenennota 2018
13-07 ST Nieuwsbrief 2017 deel 7
21-06 ST Nieuwsbrief 2017 deel 6
18-05 ST Nieuwsbrief 2017 deel 5
12-04 ST Nieuwsbrief 2017 deel 4
12-04 ST Nieuwsbrief 2017 deel 3
15-03 ST Nieuwsbrief 2017 deel 2
24-01 ST Nieuwsbrief 2017 deel 1
11-01 ST Special Lonen 2017
15-12 ST Nieuwsbrief 2016 deel 10
22-11 ST Nieuwsbrief 2016 deel 9
15-11 ST Special Eindejaarstips 2016
20-10 ST Nieuwsbrief 2016 deel 8
22-09 ST Nieuwsbrief Miljoenennota 2017
14-07 ST Nieuwsbrief 2016 deel 7
21-06 ST Nieuwsbrief 2016 deel 6
19-05 ST Nieuwsbrief 2016 deel 5
14-04 ST Nieuwsbrief 2016 deel 4
23-03 ST Nieuwsbrief 2016 deel 3
24-02 ST Nieuwsbrief 2016 deel 2
26-01 ST Nieuwsbrief 2016 deel 1
12-01 ST Special lonen 2016
17-12 ST Nieuwsbrief 2015 deel 10
25-11 ST Nieuwsbrief 2015 deel 9
12-11 ST Special Eindejaarstips 2015
29-10 ST Nieuwsbrief 2015 deel 8
15-10 ST Nieuwsbrief 2015 deel 7
23-09 ST Nieuwsbrief Miljoenennota 2016
30-06 ST Nieuwsbrief 2015 deel 6
26-05 ST Nieuwsbrief 2015 deel 5
28-04 ST Nieuwsbrief 2015 deel 4
25-03 ST Nieuwsbrief 2015 deel 3
26-02 ST Nieuwsbrief 2015 deel 2
28-01 ST Nieuwsbrief 2015 deel 1
22-01 ST Special Lonen 2015
03-12 ST Special Eindejaarstips 2014
30-10 ST Nieuwsbrief 2014 deel 8
16-09 ST Nieuwsbrief 2014 deel 7
31-07 Werkkostenregeling
24-07 Zonnepanelen op uw woning
24-07 Uw positie als DGA
01-07 ST Nieuwsbrief 2014 deel 6
26-06 ST Nieuwsbrief 2014 deel 5
29-04 ST Nieuwsbrief 2014 deel 4
03-04 ST Nieuwsbrief 2014 deel 3
13-03 Succesvol financieren
13-03 Auto en fiscus 2014
13-03 ST Nieuwsbrief 2014 deel 2
07-02 ST Special lonen 2014
05-02 ST Nieuwsbrief 2014 deel 1
05-12 Update ST Special Oudejaarstips 2013
07-11 ST Special Oudejaarstips 2013
17-10 ST Nieuwsbrief 2013 deel 8
24-09 ST Nieuwsbrief Miljoenennota 2014
17-09 ST Nieuwsbrief 2013 deel 7
02-07 ST Nieuwsbrief 2013 deel 6
30-05 ST Nieuwsbrief 2013 deel 5
25-04 ST Nieuwsbrief 2013 deel 4
28-03 ST Nieuwsbrief 2013 deel 3
21-02 ST Nieuwsbrief 2013 deel 2
09-01 ST Special lonen 2013
07-02 ST Nieuwsbrief 2013 deel 1
10-12 Wet Uniformering Loonbegrip
09-01 ST Nieuwsbrief Belastingplan 2013
19-11 ST Eindejaarstips 2012
09-01 ST Nieuwsbrief 4e kwartaal 2012, II
09-01 ST Tips 4e kwartaal 2012, II
09-01 ST Nieuwsbrief 4e kwartaal 2012, I
09-01 ST Tips 4e kwartaal 2012, I
28-06 ST Nieuwsbrief 3e kwartaal 2012
28-06 ST Tips 3e kw 2012
16-05 ST Nieuwsbrief 2e kwartaal 2012
16-05 ST Tips 2e kwartaal 2012
07-02 ST Nieuwsbrief 1e kwartaal 2012
07-02 ST Tips 1e kwartaal 2012
31-01 ST Special Lonen 2012
02-11 ST Nieuwsbrief 4e kwartaal 2011
02-11 ST Tips 4e kwartaal 2011
14-07 ST Nieuwsbrief 3e kwartaal 2011
23-03 ST Tips 3e kwartaal 2011

ST Nieuwsbrief 3e kwartaal 2012

1.         Miljardenbezuinigingen. U kunt er niet omheen!

alle belastingplichtigen

Nederland moet flink bezuinigen om het begrotingstekort volgend jaar terug te brengen tot de Europese norm van 3%. Daarom is het Lenteakkoord gesloten over een ingrijpend pakket aan bezuinigings- en hervormingsmaatregelen. Wij hebben vijf belangrijke maatregelen met de mogelijke gevolgen voor u op een rij gezet.

Let op

Welke maatregelen er uiteindelijk doorgaan, is afhankelijk van de komende verkiezingen in september en de uiteindelijke goedkeuring van de Tweede en de Eerste Kamer.

Btw-verhoging nog dit jaar

Het algemene btw-tarief van 19% gaat per 1 oktober 2012 omhoog naar 21%. Het lage btw-tarief van 6% op bijvoorbeeld voedingsmiddelen blijft bestaan. Verder wordt het tarief op de podiumkunsten per 1 juli 2012 teruggedraaid naar 6%.

Volgens critici is een btw-verhoging funest voor de toch al moeizaam draaiende economie. Wel komt er een overgangsregeling. Het moment van de levering of de dienst is bepalend voor het van toepassing zijnde tarief (dus ook als vooruitbetaald is). Wordt iets geleverd vóór 1 oktober 2012, maar gefactureerd na die datum, dan geldt het algemene btw-tarief van 19%. Voor onroerende zaken is er een speciale overgangsregeling.

Forse lastenverzwaring voor werkende automobilist

Vrijwel iedere automobilist met een auto van de zaak krijgt in 2013 te maken met een bijtelling, ook als hij minder dan 500 km per jaar privé rijdt. Dat komt omdat de woon-werkkilometers volgend jaar worden belast. Er komt een overgangsregeling voor mensen die nu geen of minder dan 500 privékilometers per jaar maken en voor wie het leasecontract is aangegaan vóór 25 mei 2012.

Ook de belastingvrije reiskostenvergoeding van € 0,19 p/km wordt afgeschaft. Dit geldt alleen voor woon-werkverkeer en voor de werkelijke reiskosten voor openbaar vervoer. De belastingvrije reiskostenvergoeding van € 0,19 p/km voor zakelijke ritten blijft wel bestaan.

Werkgevers betalen extra mee aan ww

Werkgevers gaan vanaf 2014 de eerste zes maanden van de ww-uitkering betalen voor werknemers die zij ontslaan. Daar staat tegenover dat de ontslagvergoeding omlaag gaat. Daarnaast gaat in 2013 de ww-premie voor werkgevers tijdelijk omhoog.

Aow-leeftijd sneller omhoog

De aow-leeftijd gaat in 2013 met één maand omhoog. Deze verhoging wordt de jaren daarna stapsgewijs voortgezet. In 2019 is de aow-leeftijd 66 jaar en uiterlijk 2023 krijgt u een aow-uitkering bij een leeftijd van 67 jaar.

Vooral huidige ‘vutters’ worden de dupe als deze maatregel in 2013 doorgaat. Iemand die volgend jaar 65 wordt, ontvangt in de maand van zijn verjaardag al wel pensioen, maar moet een maand langer wachten op zijn aow. Wie in de periode 2013-2015 de aow-leeftijd bereikt en door de verhoging in de knel komt, kan gebruik maken van een voorschotregeling (in de vorm van een renteloze lening).

Extra belasting voor hogere inkomens

Hogere inkomens (inclusief bonussen) worden in 2013 extra belast met een tijdelijke werkgeversheffing. Let op: de werkgever betaalt deze heffing dus! Daarnaast wordt de werkgeversheffing op excessieve vertrekbonussen verhoogd van 30 naar 75%.

 

2.         De toekomst van uw hypotheek

alle belastingplichtigen

De huizenmarkt staat onder grote druk. Dagelijks valt er wel nieuws te lezen over de dalende prijzen, de moeizame hypotheekfinanciering of de langzaam afbrokkelende hypotheekrenteaftrek. Wat staat u als huizenbezitter de komende tijd te wachten?

Beperking hypotheekrenteaftrek

Een ingrijpende maatregel uit het recentelijk gesloten Lenteakkoord tussen VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie is een beperking van de hypotheekrenteaftrek. Blijft dit akkoord na de verkiezingen in september overeind, dan kunt u vanaf 1 januari 2013 de rente van een nieuwe hypotheek alleen nog maar in aftrek brengen als u deze hypotheek annuïtair en in dertig jaar volledig aflost.

Kenmerk van een annuïteitenhypotheek is dat u tijdens de looptijd al aflost. Per maandelijkse termijn is de totale betaling (de som van rente en aflossing) gelijk.

Renteaftrek zal met een annuïteitenhypotheek een stuk minder voordelig zijn. De aftrek is in het begin weliswaar hoog door het grote aandeel van rentebetalingen, maar dit wordt gedurende de looptijd van dertig jaar steeds minder, omdat het aflossingsdeel groter wordt en de rentebetalingen kleiner.

Goed nieuws voor bestaande hypotheken

Het goede nieuws is dat de nieuwe maatregel niet geldt voor de huidige generatie van hypotheekbezitters. Het kan dus voorkomen dat u bij een verhuizing alleen het nieuwe deel van de lening annuïtair moet aflossen om voor dit deel te profiteren van renteaftrek. Wanneer u uw huidige hypotheek na 1 januari 2013 wilt oversluiten, kan dat waarschijnlijk ook zonder dat u het recht verliest op uw ‘oude’ aftrekmogelijkheden.

Ander goed nieuws is dat de overdrachtsbelasting van 2% voor woningen een structureel tarief wordt.

Aanscherping hypotheekregels

Banken hanteren sinds 1 augustus 2011 strengere regels bij het verlenen van een hypotheekfinanciering. De normen zijn sindsdien als volgt:

  • een maximale hypotheek van 106% van de aankoopwaarde van de woning (inclusief 2% overdrachtsbelasting);
  • een begrenzing van het aflossingsvrije deel van de lening tot maximaal 50% van de aankoopwaarde van de woning;
  • minder mogelijkheden voor banken om in individuele gevallen af te wijken van deze regels.

Let op

De strengere hypotheekregels gelden alleen voor nieuw afgesloten hypotheken. Voor bestaande aflossingsvrije hypotheken van vóór 1 augustus 2011 is er niets veranderd, tenzij u de hypotheek wijzigt.

Beter zicht op uw hypotheek

Tot slot heeft minister De Jager nieuwe regels vastgesteld voor banken en verzekeraars die hypotheken verstrekken. Straks krijgt u ruim op tijd automatisch bericht van uw hypotheekverstrekker wanneer uw rentevaste periode afloopt. Daarnaast is De Jager van plan de afsluitprovisie af te schaffen en wil hij banken en verzekeraars dwingen openheid te geven over de opbouw van hun variabele rentetarief voor hypotheken.

 

3.         Zorgplicht voor de zzp’er gaat verder dan u dacht

werkgever ondernemer bv

Werkt u veel met zzp’ers, dan is het raadzaam de polis van uw aansprakelijkheidsverzekering nog eens goed te checken op de dekkingsgraad. Onlangs bepaalde de Hoge Raad namelijk dat er een zorgplicht is voor zzp’ers die schade lijden tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden. Het moet dan wel gaan om werk dat valt binnen de kernactiviteit van uw bedrijf.

Veiligheidsmaatregelen wettelijk verplicht

Een werkgever is wettelijk verplicht om de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen om zo te voorkomen dat zijn werknemers een bedrijfsongeval krijgen. De Hoge Raad heeft nu bepaald dat deze plicht ook geldt voor zzp’ers die worden ingehuurd om kernactiviteiten uit te voeren binnen een bedrijf. De Hoge Raad noemt dit ‘werkzaamheden die feitelijk tot de beroeps- of bedrijfsuitoefening van de opdrachtgever behoren’.

Waar moet u aan denken bij beroeps- of bedrijfsuitoefening? Stel u bent bouwondernemer, dan geldt de aansprakelijkheid wanneer u een freelance metselaar zou inhuren, maar niet voor een cateraar om de dagelijkse lunch te verzorgen van uw mensen. Het inhuren van een zelfstandig kok door een restaurant hoort weer wel tot het beroep of bedrijf van de opdrachtgever.

Tip

Zorg ervoor dat uw zzp‘ers goed op de hoogte zijn van uw veiligheidsvoorschriften en neem de naleving van deze voorschriften op in het contract. Dat werkt in uw voordeel wanneer een eventuele schadeclaim voor de rechter wordt uitgevochten.

Vergelijkbare positie

De rechtszaak die diende voor de Hoge Raad werd aangespannen door een zelfstandig machinewerker die op de werkvloer van het bedrijf arbeidsongeschikt raakte door een bedrijfsongeval en zelf geen arbeidsongeschiktheidsverzekering had. Hij sprak zijn opdrachtgever vervolgens aan op vergoeding van de schade.

Hoe ver reikt uw zorgplicht?

De Hoge Raad heeft in deze zaak ook uitspraak gedaan over de reikwijdte van de zorgplicht voor de werkgever. De raad redeneert dat een zzp’er en een vaste werknemer in een vergelijkbare positie dezelfde bescherming moeten krijgen van de opdrachtgever. Voorwaarde is wel dat de zzp’er sterk afhankelijk is van de veiligheidsmaatregelen van degene voor wie hij de werkzaamheden verricht. De aansprakelijkheid hangt in dit geval dus sterk van de omstandigheden af.

 

4.         Zwaar weer voor pensioen in eigen beheer

            DGA

Pensioenfondsen hebben het moeilijk en dat betekent dat deelnemers mogelijk aanlopen tegen een korting op het pensioen. Gelukkig overkomt u dat niet met een pensioen in eigen beheer. Maar hoe veilig is uw pensioen nog in deze economisch zware tijden?

Voordelen pensioen in eigen beheer

Pensioen opbouwen in eigen beheer heeft zo zijn voordelen. Als dga houdt u alles zelf in de hand en heeft u, op wat fiscale spelregels na, behoorlijk wat vrijheden. De jaarlijkse reservering aan pensioen is een aftrekpost voor de vennootschapsbelasting en uw bv kan de pensioenreservering voorlopig gebruiken voor allerlei bedrijfsactiviteiten.

Maar aan al die vrijheden kleven ook nadelen. Want hoe u het ook wendt of keert, op de pensioendatum moet uw bv wel in staat zijn om het pensioen uit te keren. En daar gaat het in deze economisch barre tijden nog weleens mis.

Liquiditeitsnood een groot probleem

Veel dga's hebben het pensioenkapitaal belegd, maar beleggingen leveren al een aantal jaren geen goed rendement meer op. Misschien heeft uw bv in het verleden wel een pand aangekocht in de hoop dit pand in de toekomst goed te verkopen. Maar de verkoopbaarheid van panden valt op dit moment behoorlijk tegen en ook de waarde van een pand is de laatste jaren aanzienlijk gedaald. Mogelijk heeft uw bv geld aan u in privé uitgeleend, bijvoorbeeld voor een hypotheek. Wanneer de pensioengerechtigde leeftijd in zicht komt en de bv niet beschikt over voldoende liquide middelen om het pensioen uit te keren, dan kan het zomaar zijn dat u de hypotheek moet aflossen om een pensioen te kunnen ontvangen. Vaak is er dan in privé niet voldoende vermogen aanwezig voor aflossing.

Mogelijke oplossingen

Zoals gezegd, moet er op de pensioendatum voldoende liquiditeit aanwezig zijn om het pensioen uit te keren. Het is geen optie om tegen die tijd genoegen te nemen met wat minder pensioen, want de fiscus komt onherroepelijk bij u aankloppen. In het slechtste geval stelt de fiscus zich op het standpunt dat er geheel of gedeeltelijk wordt afgezien van pensioen, met als gevolg dat de hele pensioenaanspraak dan in één keer progressief is belast, vermeerderd met revisierente.

Om het niet zover te laten komen, kunt u mogelijk nu al maatregelen nemen. Probeer beleggingen weer liquide te maken, overweeg de mogelijkheid van herverzekeren van het pensioen en stel een eventuele dividenduitkering uit de bv uit. Wilt u meer weten over uw mogelijkheden, neem dan contact op met uw adviseur.

 

5.         De bv op maat

            bv

Minder verplichtingen als u een bv wilt oprichten en meer vrijheid om de bv naar eigen wensen in te richten. Het behoort vanaf 1 oktober 2012 allemaal tot de mogelijkheden. De regels worden eenvoudiger en flexibeler en sluiten beter aan bij de praktijk. Daarnaast worden schuldeisers beter beschermd.

Het bestaande bv-recht wordt ingrijpend gewijzigd en ook bestaande bv's krijgen te maken met het nieuwe recht. De huidige statuten hoeven niet te worden aangepast, maar als u wilt profiteren van de nieuwe mogelijkheden kan een statutenwijziging aantrekkelijk zijn.

Eenvoudiger een bv oprichten

Het minimale startkapitaal van € 18.000 bij de oprichting van een bv wordt afgeschaft. Voortaan kunt u al met € 1 een bv oprichten. Bij inbreng in geld is geen verplichte bankverklaring meer nodig en ook de verplichte accountantsverklaring bij inbreng in natura (bijvoorbeeld inbreng van een onderneming) is komen te vervallen. De verplichting om bij inbreng in natura een beschrijving op te stellen van hetgeen wordt ingebracht, blijft wel bestaan.

Akte van oprichting en statuten

In de akte van oprichting van de bv staat het bedrag van het geplaatste kapitaal en het volgestorte deel daarvan. Zijn er verschillende soorten aandelen, dan moet het geplaatste en gestorte kapitaal worden uitgesplitst per soort. Het geplaatste kapitaal hoeft niet volgestort te zijn. Volstorting mag worden uitgesteld. In de statuten is het niet langer verplicht om het maatschappelijk kapitaal op te nemen. Als in de statuten echter is bepaald dat er een maatschappelijk kapitaal is, dan moet het bedrag daarvan wel worden vermeld. Het aantal aandelen hoeft ook niet langer te worden vastgelegd. Wel moet in de statuten het nominale bedrag per aandeel worden aangegeven.

Meer inrichtingsvrijheid

U krijgt meer vrijheid bij de inrichting van uw bv. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk om winstrechtloze of stemrechtloze aandelen uit te geven. Dit moet dan wel worden vastgelegd in de statuten. Rechten en plichten van aandeelhouders kunnen voor een groot gedeelte in de statuten worden opgenomen. Aparte aandeelhoudersovereenkomsten zijn dan niet altijd meer nodig. Maar let op: statuten zijn openbaar en een aandeelhoudersovereenkomst is dat niet.

Ook de mogelijkheden om in de statuten af te wijken van bepalingen in de wet worden ruimer. Zo kan in de statuten bijvoorbeeld worden opgenomen dat een groep aandeelhouders zijn eigen bestuurder benoemt en er is meer gelegenheid om besluiten te nemen buiten de algemene vergadering van aandeelhouders om.

Aandacht voor crediteuren

Om schuldeisers van de bv voldoende te beschermen, is in het nieuwe bv-recht de aansprakelijkheid van het bestuur en de aandeelhouders vergroot. De bv mag geen winst (dividend) uitkeren als blijkt dat zij haar opeisbare schulden daarna niet kan blijven betalen. Het bestuur moet goedkeuring verlenen aan een dividenduitkering. Om te bepalen of de continuïteit van de bv niet in gevaar komt na een dividenduitkering, moet het bestuur een uitkeringstoets uitvoeren. Als achteraf blijkt dat het bestuur onterecht haar goedkeuring heeft verleend, dan zijn de bestuurders aansprakelijk voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van uitkering. Ook de aandeelhouder die wist, of behoorde te weten, dat de bv na de uitkering in moeilijkheden zou kunnen komen, kan aansprakelijk worden gesteld. 

Let op

De uitkeringstoets geldt ook voor bestaande bv’s. Om de bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen of te beperken, is het belangrijk dat u zowel de uitkeringstoets als de goedkeuring door het bestuur goed documenteert. Uw SRA-adviseur kan u helpen met de onderbouwing van de uitkeringstoets.

 

6.         Pensioenopbouw vrijwillig voortzetten

            ondernemer

 Als startende ondernemer heeft u de mogelijkheid om de opbouw van uw pensioen vrijwillig voort te zetten bij de pensioenregeling van uw laatste werkgever. De pensioenuitvoerder moet hieraan wel willen meewerken. Misschien maakt u hier al enkele jaren gebruik van. Het is goed om dan te weten dat u langer op deze manier pensioen kunt opbouwen. De termijn voor de vrijwillige voortzetting is namelijk sinds dit jaar verlengd van drie naar tien jaar. Vrijwillig voortzetten kan niet zomaar. Er gelden voorwaarden die recentelijk zijn verduidelijkt.

De spelregels voor vrijwillige pensioenopbouw

De pensioenpremies die u rechtstreeks aan de pensioenuitvoerder betaalt, zijn fiscaal aftrekbaar, maar alleen als de vrijwillig voortgezette pensioenopbouw voldoet aan de voorwaarden. Er zijn namelijk wel wat spelregels in acht te nemen.

 Zo is vrijwillige voortzetting niet mogelijk indien ook al opbouw plaatsvindt: 

  • via een pensioenregeling van een eventuele andere werkgever;
  • door het vormen van een oudedagsreserve in uw onderneming;
  • in een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.

Een andere voorwaarde is dat verbetering van de pensioenregeling tijdens de vrijwillige voortzetting alleen mogelijk is als het een collectieve verbetering betreft die primair bedoeld is voor alle actieve werknemers van uw ex-werkgever.

Laatstverdiende loon bepalend

De eerste drie jaar van de vrijwillige voortzetting is het pensioengevend loon gemaximeerd op het laatstverdiende loon bij uw ex-werkgever. Vanaf het vierde jaar geldt een extra maximum waarbij diverse andere inkomsten meetellen, bijvoorbeeld uw winst uit onderneming. Er wordt hierbij uitgegaan van inkomensgegevens van twee jaar terug. Als deze nog niet definitief door de Belastingdienst zijn vastgesteld, dan mag worden uitgegaan van de door u ingediende aangifte inkomstenbelasting over dat jaar.

Jaarlijks een overzicht

Bij vrijwillige voortzetting van het pensioen moet u jaarlijks een overzicht van uw inkomen aan de pensioenuitvoerder overleggen. Pensioenuitvoerders die de verlengde vrijwillige voortzetting aanbieden, moeten deze inkomensgegevens namelijk verwerken in de premiehoogte en pensioenopbouw.

Overleg op tijd

Wilt u gebruikmaken van vrijwillige voortzetting, dan zult u dit binnen drie maanden na beëindiging van het dienstverband bij de pensioenuitvoerder moeten aanvragen. In het bovenstaande heeft u kunnen lezen dat er nogal wat voorwaarden aan zijn verbonden. Twijfelt u of vrijwillige voortzetting wel verstandig is of overweegt u mogelijk te stoppen met vrijwillige voortzetting, neem dan tijdig contact op met uw SRA-adviseur.

  

7.         Ontslagrecht en ww op de schop

            werkgever

Het ontslagrecht en de ww worden de komende jaren flink hervormd. Dat hebben de vijf politieke partijen VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie met elkaar afgesproken in het Lenteakkoord. Vanaf 2014 betalen werkgevers de eerste zes maanden van een ww-uitkering, worden ontslagvergoedingen beperkt en het ontslagrecht versoepeld. Inmiddels zijn meer details bekend van deze toch wel omstreden hervormingsplannen. Of alles uiteindelijk doorgaat, hangt onder meer af van een nieuw kabinet.  

Werkgever betaalt deel ww-uitkering

Werkgevers betalen vanaf 2014 maximaal zes maanden de ww-uitkering van hun ontslagen werknemer. De precieze vormgeving van deze maatregel moet nog worden uitgewerkt. Waarschijnlijk betaalt u straks één maand ww per dienstjaar met een minimum van drie maanden en een maximum van zes maanden als uw werknemer een contract voor onbepaalde tijd had. Ook als uw werknemer een tijdelijk contract heeft en dit eindigt, betaalt u (maximaal) de eerste zes maanden ww.

Mogelijk komt er een uitzondering voor kleine werkgevers. Zij hoeven waarschijnlijk niet de eerste maanden van de ww te betalen, omdat kleine werkgevers relatief hard geraakt worden door deze maatregel.

Let op

Omdat het hele hervormingsplan pas in 2014 aanvangt, gaat in 2013 de ww-premie voor werkgevers tijdelijk omhoog.

Ontslagvergoeding wordt transitiebudget

De huidige ontslagvergoeding maakt plaats voor een transitiebudget. Dit budget bedraagt een kwart maandsalaris per gewerkt dienstjaar met een maximum van een halfjaarsalaris en geldt voor zowel vaste als tijdelijke werknemers. De ontslagen werknemer kan niet vrij beschikken over het budget. Het transitiebudget is bedoeld om de stap naar een andere baan makkelijker te maken. Het moet dan ook worden gebruikt voor scholing of bijvoorbeeld voor het inschakelen van een outplacementbureau.

Einde twee ontslagroutes

Er komt een einde aan de keuze tussen twee ontslagroutes: ontslag via het UWV of via de kantonrechter. De preventieve toetsing van ontslag (door het UWV of door de rechter) komt te vervallen. De werkgever moet de werknemer schriftelijk informeren over het voorgenomen ontslag en er komt een verplichte hoorprocedure. Zo krijgt de werknemer de mogelijkheid om te reageren op het ontslag voordat de werkgever de arbeidsovereenkomst kan opzeggen. De gang naar de rechter wordt niet afgesloten. De werknemer die vindt dat zijn ontslag onterecht is, kan nog steeds een beroep doen op de rechter.

De opzegtermijn voor werkgevers en werknemers wordt straks standaard twee maanden, ongeacht of het nu gaat om het beëindigen van een vast contract of het tussentijds beëindigen van een tijdelijk contract. Nu is de opzegtermijn nog afhankelijk van de lengte van het dienstverband.

Plannen nu al omstreden

Inmiddels is de kritiek op de hervormingsplannen losgebarsten. De vijf politieke partijen verwachten dat door de hervormingen werkgevers sneller werknemers zullen aannemen, omdat zij makkelijker en goedkoper werknemers weer kunnen ontslaan. Werknemers zouden bovendien sneller nieuw werk kunnen vinden, omdat het ontslagrecht en de ww worden ingezet voor scholing en begeleiding naar een nieuwe baan. De praktijk is echter niet overtuigd. De hervorming zou slecht zijn voor de economie en de plannen pakken ongunstig uit voor zowel werknemer als werkgever. Het laatste woord hierover is nog lang niet gezegd. De komende tijd zullen wij u op de hoogte houden.

 

8.         Pas op met het accepteren van een erfenis

            alle belastingplichtigen

Het blijkt dat er steeds vaker schulden in erfenissen zitten. Het is lang niet altijd verstandig om een erfenis zonder meer te accepteren. Waar moet u op letten? Een aantal aandachtspunten en tips.

Steeds meer 'negatieve' erfenissen

Wanneer een erfenis meer schulden bevat dan bezittingen, draaien de erfgenamen op voor die schulden. Zo zult u bijvoorbeeld een niet-afgeloste lening op een auto van de overledene gewoon moeten afbetalen. Om dit soort vervelende situaties te voorkomen, kunt u als erfgenaam maatregelen nemen.

De toename van het aantal negatieve erfenissen wordt veroorzaakt door de aanhoudende crisis. Erfgenamen die op tijd signaleren dat ze met een erfenis zitten die hen niets oplevert, kunnen de erfenis verwerpen of de erfenis aanvaarden onder voorwaarden (beneficiair aanvaarden). Vorig jaar is het aantal aanvaardingen onder voorwaarden met ruim 10% toegenomen.

Bij beneficiair aanvaarden worden de schulden gewoon betaald uit de opbrengst van de erfenis. Maar als deze opbrengst niet groot genoeg is, vervallen de overgebleven schulden.

Let op

Laat u niet verrassen door een onverwachte schuld. Een voorbeeld hiervan is een geërfd huis dat maar niet verkocht wordt. U wordt dan geconfronteerd met lopende kosten, zoals de hypotheekbetalingen en verzekeringspremies.

Bovendien komt binnen één jaar na het overlijden de erfbelasting over de woz-waarde van het huis om de hoek kijken. De Belastingdienst gaat wel coulant om met het innen van de erfbelasting als de erfenis bestaat uit een niet-verkochte woning. In bijna alle gevallen krijgt u extra (rentedragend) uitstel boven op het reguliere uitstel van één jaar. Er moet dan wel zekerheid worden gesteld en het huis moet te koop staan.

Wat te doen bij een erfenis met schulden?

Er zijn twee mogelijkheden: u ziet af van de erfenis of u aanvaardt de erfenis beneficiair. Maar let op, u mag tussentijds niet als erfgenaam handelen. Zodra dat gebeurt, heeft u volgens de wet de erfenis geaccepteerd en bent u aansprakelijk voor alle schulden van de overledene. U gedraagt zich al als erfgenaam als u bijvoorbeeld: 

  • geld opneemt bij de bank of rekeningen betaalt van de overledene;
  • in de auto van de overledene rijdt;
  • inboedel uit het huis van de overledene meeneemt.

Zowel voor het verwerpen van een erfenis als voor een beneficiaire aanvaarding moet er een verklaring worden afgelegd bij de rechtbank in het gebied waar de overledene het laatst heeft gewoond. Zorg ervoor dat uw kinderen ook meedoen aan de verwerping: de erfenis schuift namelijk door naar de volgende groep van erfgenamen. 

 

Download hier de pdf